INIQUITAS

Elvira keek met enige trots neer op haar kleine Barry. Een lief, schattig beestje met 'oversized' oren. Als het hondje naar haar opkeek met zijn kopje een beetje schuin, smekend met zijn zachte donkerbruine ogen… dan smolt haar hart en volgde steevast een dikke knuffel. Barry, een épagneul nain continental, was een geschenk van wijlen haar man. Zo'n drie jaar geleden werd Albert ernstig ziek en moest hij stoppen met werken. Het was een héél agressieve aandoening die hem drie maanden later velde.

Toen Albert het fatale verdict aanhoorde van de dokter is hij onmiddellijk naar de dierenwinkel getrokken om een hondje voor haar te kopen. Ze ziet hem er nog mee thuiskomen.

'Dit is Barry,' zei hij. 'Als ik er niet meer ben dan ben ik er toch nog, via dit hondje.'

Ze was toen schreiend in zijn armen gevallen. De tranen bleven maar komen...

Sinds de dood van Albert wijkt Barry geen moment meer van haar zijde.

'Kom papillon, we gaan ons ochtendwandelingetje maken. Zit!' Elvira zakte door haar knieën, klikte de leiband vast en verliet het kleine, maar gezellige huisje via de achterdeur.

Het was een prachtige lentemorgen, de opkomende zon verdrong langzaam de nacht. Knoppen explodeerden aan de bomen en narcissen, anemonen en tulpen bloeiden volop in de tuinen. Vogels kwetterden er duchtig op los en eenden vluchtten het veilige luchtruim in als ze Barry hoorden blaffen. Elvira ademde met voldoening de frisse lentelucht in. Ze woonde rechtover de prachtige en rustgevende Hospicebossen van Nazareth, een dorpje in Oost-Vlaanderen.
Het 52,7 ha grote bos werd kort na de oorlog voor een deel ingepalmd door het leger. Het domein herbergde toen geheime brandstofvoorraden, het gevolg van de 'koude oorlog'. Het werd in 2012 eigendom van de Provincie Oost-Vlaanderen die er een natuurgebied van maakte. Elvira vond dat het bos te strikt gereglementeerd werd. Je mocht niet van de paden afwijken, maar haar hondje deed het constant. Ook kleine kinderen speelden graag in het bos zelf, maar dat mocht niet, je moest de strakke, rechtlijnige wandelpaden volgen.

'Barry, wat doe je nu? Wat heb je daar in je mond? Kom hier. Wat is dat… Eikes! Dat is een dode mus. Laat dat vallen! Los, Barry. Los, zeg ik!' Elvira trachtte – met haar gehandschoende hand – het vogeltje uit Barry's muil te trekken. Barry spartelde echter koppig tegen. Hij wou zijn buit niet lossen en wrong zijn kop in allerlei bochten.

'Verdomme Barry, laat los!'

Uiteindelijk kon Elvira het dode vogeltje uit zijn bek trekken en ze gooide het kadavertje over de gracht, op de akker. 'Stoute Barry! Geen dode vogeltjes meer pakken, hé.'

De hond keek haar aan van: 'Waarom heb je mijn speeltje afgepakt?'

Ze bereikten een van de vele ingangen van de Hospicebossen en Elvira liet Barry vrij. 'En niet weglopen, hé sloeber. Bij het vrouwtje blijven.'

De hond keek even op naar zijn baasje en zette toen een spurt in. Het was een verharde weg omzoomd door een verscheidenheid aan bomen.

'Hela, hier blijven!' riep Elvira hem na. Het was elke keer hetzelfde liedje, dat beestje had een eigen wil en niemand kon het tegenhouden. Waarom Elvira hem telkens losliet wist ze zelf niet, het was een ritueel geworden en ze wou dat niet verstoren.

Ze keek naar de ophogingswerken op de akkers rechts van haar. Goede aarde werd aan de kant geduwd, een laag zand kwam in de plaats en de goede aarde werd er nadien over verspreid. Ze vervolgde haar wandeling maar stopte plots toen een rode eekhoorn over de aarden weg schoot en razendsnel een boomstam opklom. Halverwege stopte het beestje en keek Elvira als bevroren aan. Elvira hield die blik vast, ze had een zwak voor die kleine, vinnige rode beestjes. De grijze soortgenoot, die veel bijval krijgt aan Buckingham Palace, is groter maar kan haar niet bekoren. Deze soort verspreidt zich namelijk héél snel in Europa en verdringt langzaam maar zeker de schattige rode variant.

De eekhoorn had genoeg gezien en klom verder.

Elvira hervatte haar wandeling en genoot van het uitzicht… van de frisse geur van de natuur.

'Wafwafwaf… wafwaf… wafwafwafwafwaf!'

Elvira keek verschrikt op. Wat was er met haar hartendief aan de hand? 'Barry!' riep ze. 'Barry! Wat ben je aan het doen?' Ze versnelde ontzet haar pas, rondde een bocht en keek naar de achterkant van een wagen. Die stond lichtjes gekanteld aan de linkerkant van de aarden weg. Het linkervoorwiel stak in de gracht. Waar was Barry? Hij zat er toch niet onder!

'Barry! Barry!! Waar ben je Barry!?'

Geblaf aan de linkerkant van de wagen trok Elvira's aandacht. Ze merkte dat de deur aan die kant openstond.

'Hier ben je Bar…' abrupt stopte ze met praten. Er hing een been uit de wagen en haar hond trok heftig aan de broekspijp.

'Waarom reageert die man niet?' dacht Elvira.

Angstig riep ze: 'Hier Barry! Laat los en kom bij het vrouwtje.'

Maar Barry liet niet los en bleef verwoed aan de broekspijp trekken. Elvira was genoodzaakt om dichterbij te komen. Ze pakte Barry beet en wou hem oppakken... hierbij ving ze een glimp op van de persoon die in de auto zat. Terstond liet ze Barry los, greep met beide handen naar haar hoofd en uitte een afgrijselijke kreet. Toen werd het stil.